1726 en vlg.), met eigenzinnigheid dus.’ Die eigenzinnigheid is zoo doof voor goeden raad, dat ik er geen anderen naam dan koppigheid voor weet. 230: ‘Aan zijne zienswijze houdt hij vast met “eene hardneckigheid, die haeren eigen zin bewierookt meer dan Godt en Godts beveelen” (vs. Maar houdt de heer Moltzer zelf dat gebod wel voor heilig, of kan het op den toeschouwer dien indruk maken? Het tegendeel is waar. In eene voorafspraak, die door losheid van toon uitmunt, wijst hijzelf de allegorie in zijn stuk aan:Īminta, een herder, die van kindsbeen af zijn hart gehangen heeft aan de nimf Silvia, wordt juist daarom van haar niet weder bemind, maar gehaat want, zegt ze, ‘odia la mia onestate.’ Zij was onvatbaar voor de liefde haar eenig genot was de jacht:ĭat mijn erfvyant zich nu weere en wetten stell',ĭit zou met Jeptha het geval zijn, als hij werkelijk in zijne vasthoudendheid aan zijn onberaden eed zondigde ‘tegen andere geboden Gods, minstens even heilig als het gebod zijner gelofte’ (bl. Maar dit alles is in zijn samenhang niet heel duidelijk. Verwachten 't uiterste, en wat hier op volgen wil. Voor datter twee uyt liefd in Echte t' zamen trouwen
0 kommentar(er)
